Roselie

Verloskundige en moeder van Julie-Janne en Lili-Rose.

30.5.06

Het consultatiebureau.

Het was weer zover Julie moest naar het consultatiebureau. Er had zo’n lange tijd tussen de vorige keer gezeten, dat het nu net leek alsof we weer voor de eerste keer moesten. Vandaag kreeg Julie weer twee prikken. Als dat maar goed afliep. Dit keer geen gillende kinderen die gemeten moesten worden. Dit keer was het lekker rustig bij het consultatiebureau. Ondanks dat ik het idee had dat we als eerste aan de beurt waren op deze vroege ochtend, moesten we toch weer even wachten. Julie vond het geweldig, lekker naar de andere kindjes kijken. Niks gillen op de weegschaal en meten ook geen probleem. 8605 gram zwaar 72 centimeter lang en haar hoofdje heeft een schedelomtrek van 45,8 centimeter. Eenmaal binnen kreeg ik te horen dat Julie wel heel erg snel aan het kletsen was, slimme dochter. Ik helemaal trots. Helaas was dat trotse gevoel van korte duur want na Julie haar vocabulaire door te hebben genomen kwamen op het onderwerp; slaapt Julie al door ’s nachts. Een uitdrukkelijke nee kwam er uit mijn mond rollen, een tijdje wel, maar nu al weer 2 weken niet. "Tanden", zei ik. Altijd als er tanden in aankomst zijn dan krijgt ze van die aanvallen. Ik had al 4 tanden ervaring achter de rug, dus ik kon het weten. Toch werd er een beetje met een scheef hoofd naar me gekeken. " Denk je niet dat ze in haar verlatingsangst fase zit", werd mij gevraagd en zonder dat ik er antwoord op kon geven kreeg ik de hele uitleg al te horen en hoe ik het moet oplossen. Oh ja, dat was 1 van die redenen waarom ik niet graag deze bezoekjes maakten, spookte er door mijn hoofd. De prik had Julie echt geweldig overleefd. Geen kick. Zo, nu over 2 maanden weer en dan krijgt Julie voorlopig haar laatste twee prikjes. Fijn, weer lekker een lange tijd ertussen.
Helaas had Julie de prikjes dit keer helemaal niet zo goed overleefd. Tegen de avond werd mevrouw namelijk ziek. Hoge koorts, snottebellen, hoesten en vooral heel veel huilen, de hele nacht door. Ik was kapot de volgende dag. Iedereen die in mijn buurt kwam vloog ik aan. Zeker als iemand voor mij ging bedenken hoe het kwam dat Julie niet sliep, Grrr!!!!! De nacht daarop weer een huilende Julie en de nacht daarna ook weer. Ik kon wel meehuilen, maar was daar veel te moe voor. Slopend hoor, zulke nachten. Zou het dan toch verlatingsangst zijn? Moest ik haar maar uren laten huilen in bed zonder haar te troosten? Gelukkig komt na regen zonneschijn. Een hele week was Julie aan het kwakkelen en na die week kreeg ik eindelijk weer eens een nachtje rust. Julie voelde zich duidelijk beter. Nee, volgens mij is er nog steeds geen sprake van verlatingsangst. Julie had echt iets, ze was gewoon een beetje ziek……..

21.5.06

De tranen stroomden over mijn wangen…..

Waarom naar het ziekenhuis? Ik ben toch niet ziek? Bevallen dat doe je toch ‘lekker’ thuis. Zo dacht de gekke tante die van roze houdt van Julie daarover. Helaas verliep het allemaal iets anders. Julie haar eigenwijze nichtje/neefje wilde er niet uit, daardoor moest de bevalling worden opgewekt in het ziekenhuis.

De 42 weken naderden, het was net alsof ik weer hoog zwanger was. De zenuwen, de spanning en het niet meer kunnen wachten. (Gelukkig was ik niet degene die het zware gewicht moest dragen!) 41 weken en 6 dagen,; Ik zit thuis te werken achter mijn bureau en opeens krijg ik weeën. Althans zo leek het. Het zweet braak me uit, maar mijn telefoon bleef stil en de weeën zwakten ook weer af. Zou er iets aan de hand zijn met de tante van Julie? Helaas, vals alarm.

Het is zaterdag ik zit in de auto op weg naar Amsterdam. Op weg naar het ziekenhuis, waar de gekke tante van Julie met haar dikke buik op mij zit te wachten. Julie is bij haar papa thuis. Een vluchtige kus kreeg ze van me en weg was ik. Ik moest zo snel mogelijk naar mijn zusje, die toch echt mijn zus is. Tijdens mijn autorit zit ik te balen, waarom nou juist mijn zus (de gekke tante van Julie). Mijn zus die nog nooit voor zichzelf in het ziekenhuis was geweest. Toch stond het haar best goed dat ziekenhuisbedje. Prinses op de erwt. ’s Middags reed ik weer terug naar mijn vertrouwde Rotterdam. Ik had van alles met mijn zus besproken, veel van alles; informatie, tips, koffie, etc. Nog net op tijd thuis om Julie zelf in bed te leggen. De rest van de avond waren mijn gedachtes bij mijn zusje die in haar ziekenhuisbedje lag.

Vlak na middernacht begint mijn telefoon te trillen. Een smsje van mijn zus. Nog meer vraagjes en nog meer harde buikjes. Mijn telefoon blijft trillen. Ik zeg tegen de vader van Julie volgens mij gaat het beginnen en jawel hoor. Iets na tweeën krijg ik een telefoontje. Mijn zus: ”De pijn blijft maar komen, zijn dit weeën?” Ik hoor haar tussendoor behoorlijk zuchten. “Duidelijk weeën, zeg ik. Zoek maar een verpleegster op en vraag of je naar een verloskamer mag.” De rest van de avond word ik van alles via smsjes op de hoogte gehouden. Met als laatste een telefoontje om 05.30 uur. Kom maar naar Amsterdam er is al 8 centimeter ontsluiting.

Ik ben mijn auto in gevlogen, al mijn kleren achterste voren en binnenste buiten aangetrokken. Ik moest naar Amsterdam. Ik moest naar mijn ‘zusje’. Tijdens de autorit kreeg ik opeens een beeld van vroeger voor me. Een beeld van mijn zus en mij samen. Twee oudere meisjes zeiden iets gemeens tegen mijn zus. Ik, het veel jongere zusje, zei toen tegen die meisjes. “Ik zou maar heel snel mijn zus met rust laten, anders ga ik jullie met mijn lasso vangen”. Ik wilde als 7 jarige mijn oudere zus beschermen. Dat gevoel voelde ik nu ook opeens heel sterk naar boven komen. Op dat moment stroomden de tranen over mijn wangen. Kon ik de bevalling maar doen. Ik had dit allemaal al een keer meegemaakt en zo kon het mijn ‘zusje’ bespaard blijven. Ik wist mijn tranen weer onder controle te krijgen, want ondanks de stilte op de weg keek de bestuurder naast me toch wel heel medelijdend naar me. Het lasso gevoel werd nog sterker toen ik het ziekenhuis binnen liep. Ergens hoopte ik dat het nichtje of neefje van Julie al geboren was, maar dit was niet het geval. Doodstil was het op de verlosafdeling. Ik hoorde geen gepingel van het CTG (hartbewaking), geen gillende vrouwen van de pijn, geen rennende verpleegsters en geen huilende pasgeboren baby’s.
Mijn zus had het niet makkelijk, maar die lasso van mij had ze zeker niet nodig. Het is raar om je zus op deze manier te zien. Raar op een bijzondere manier. Ze was ijzersterk en wat deed ze het goed. Na lang ploeteren kreeg ze het voor elkaar een negen ponder helemaal op eigen kracht op de wereld te zetten. Weer een traan voelde ik over mijn wang lopen. Wat was ik trots op mijn zus. Eindelijk ligt haar kindje op haar buik in haar handen. Ze voelt zelf wat ze heeft gekregen en verteld mij dan dat Julie een nichtje heeft.

16.5.06

10 Maanden.

Julie word maar groter, ouder en wijzer. Laatst zei iemand tegen mij: “als je naar jouw dochter kijkt gaan je eierstokken toch rinkelen.”
Julie is ook geweldig en zeker geweldig lief, maar dat zegt iedere moeder natuurlijk over haar kindje. Toch snap ik de rinkel uitspraak wel, alhoewel een tweede? Nee, dat voorlopig niet. Julie is eigenlijk altijd vrolijk, lacht naar iedereen, trekt gekke bekken, danst en zo kan ik nog wel even door gaan. 10 maanden oud heeft ervoor gezorgd, dat Julie haar haar al behoorlijk gegroeid is. Het is zolang, dat het altijd voor haar ogen hangt. Nu zou je als moeder zijnde natuurlijk helemaal blij moeten zijn met een meisje met zo lang haar. Kan je lekker tutten. Echter zo’n moeder ben ik geloof ik toch niet. Mijn eigen haar is al een te grote opgave, waar ik eigenlijk ook niks aan doe. Gelukkig heeft Julie een vader, die het heel belangrijk vind dat je er verzorgd uitziet. Dit past hij dan ook toe bij zijn dochter. Zo kwam het dat Julie opeens een paardenstaart had en de volgende twee staartjes op haar hoofd. “ja, zei de papa van Julie, je kan toch niet iedere dag je haar hetzelfde hebben.”

14.5.06

Moederdag.

Mijn allereerste moederdag. Een dag, die ik zelf allang weer was vergeten, immers moederdag was toch voor mijn moeder ( de vrouw met de magische handen) en niet voor mij. Even vergeten dat ik nu alweer bijna 10 maanden moeder ben. Kadootjes, dat zat er niet in maar wel een ontbijtje op bed en uitslapen jawel tot 09.00 uur. ( In plaats van 06.00 uur) Met zijn drieën zaten we lekker te eten in bed en sesamstraat te kijken. Julie vond het geweldig. Het hele bed zat na het ontbijt onder eten, maar daar is gelukkig een wasmachine voor. Best leuk zo’n moederdag.

10.5.06

Het is gedaan met de rust.


















Je laat ze 1 dag alleen samen thuis en het is meteen gedaan met je rust. Ik moest weer eens weg. Druk, druk, druk, gelukkig neemt de vader van Julie graag een dagje vrij om samen met zijn dochter te zijn en om mij een beetje te ontlasten van mijn enorme ‘ben bezig met het schrijven van mijn onderzoek stress’. Halverwege de dag krijg ik een smsje binnen op mijn mobiele telefoon: “Ik heb je dochter leren kruipen.” Fijn is dat, dacht ik. Uitgerekend nu ik het zo druk heb.

Eenmaal thuis laat de trotse vader zien wat hij zijn dochter heeft geleerd. Kruipend zie ik vader en dochter samen door de woonkamer gaan. Julie vind het geweldig. Het kruipen gaat nog een beetje twijfelachtig, maar ze komt vooruit en haar vader, die klaagt dat zo’n hele dag kruipen best pijn doet aan je knieën.

De volgende dag, terwijl ik helemaal klaar zit met al mijn papieren om me heen om verder te gaan met schrijven. Ondervind ik de nadelige gevolgen van het kruipen. Julie zit geen seconde meer stil en niks is meer veilig. Zeker mijn papieren niet, want die zijn toch wel heel interessant. Zelfs een hele berg speelgoed om haar heen, houdt haar niet tegen. Ze kruipt er gewoon door heen. Het is zeker weten gedaan met mijn rust, Julie die kan kruipen en nog goed ook. Dank je wel hoor lieve papa.

7.5.06

Geen tuin, maar wel een zandbak.

Eindelijk het is mooi weer. Ik voel een bron van energie in mijn lichaam stromen. Zodra Julie wakker is wil ik meteen naar buiten om de stralen zon met mijn lichaam op te vangen. Een tuin hebben we helaas niet, wat zou dat nu toch makkelijk zijn. Dan maar met Julie op zoek naar dat stukje tuin. Gelukkig hebben we de plas om de hoek, dus vrijheid genoeg. Vele rondjes plas worden dan nu ook met dit mooie weer gemaakt. Lopend met de hond, skaten en fietsend. Hoe sneller hoe beter voor Julie, die ook met volle teugen van het mooie weer geniet. Ook een leuk uitje met dit weer is de kinderboerderij, het terrasje met de mandjes vol met lekker stokbrood en natuurlijk de speeltuin. De kindjes in de speeltuin vindt Julie erg interessant, maar wat ook de aandacht van Julie trekt is de zandbak. Lekker met de blote voetjes in het zand spelen. Dit bracht me op een idee! Mag ik wel geen tuin hebben, maar ik heb wel een heerlijk balkonnetje. Een balkon dat groot genoeg is voor een zandbak voor Julie. Zo komt het dus dat Julie nu een eigen zandbak heeft op haar balkon met speeltjes die ze gekregen heeft van haar alerte oma, want een zandbak zonder speeltjes is toch wel een beetje saai. Zo zit ik dan nu ook bijna elke ochtend lekker met Julie in de zandbak te spelen. Geweldig vindt Julie haar eigen zandbak en ik, ik kan nu lekker genieten van mijn kopje koffie in de zon met het leukste uitzicht wat ik me maar kan bedenken: Julie die heerlijk aan het spelen is in haar zandbak.

1.5.06

Avondeten uit een potje:

Het beste van het beste voor je kindje dat is zoals iedere moeder het denk ik wel wil. Wat is nou eigenlijk het beste van het beste? Borstvoeding? Verse groenten en fruit?

Borstvoeding zeker de eerste drie maanden, maar voor allergieën acht maanden borstvoeding, eigenlijk moet je gewoon zo lang mogelijk borstvoeding geven want volgens de literatuur is dit het beste wat je voor je kindje kan doen. Minder kans op overgewicht, minder kans op hart en vaat ziekte, beter bestand tegen griepjes en zo kan ik nog wel even door gaan. Julie heeft met haar karakter, haar eigen willetje er voor gezorgd dat ze tot op de dag van vandaag nog steeds borstvoeding krijgt. Na een hoop geploeter in de eerste week van mijn kraambed om het borst voeden onder de knie te krijgen, na een tweede week heftige borstontsteking, na het teruglopen van de voeding door stress en drukte en nadat verschrikkelijke kolven is het me toch gelukt. Nou moet ik ook wel eerlijk zijn dat het niet echt een opgave voor me was. Allereerst vond ik het geweldig om Julie de borst te geven. Het is een moment dat je echt samen met je dochter hebt en het is geweldig om te zien hoe ze ervan geniet. Tevens ben ik echt te lui om ‘s nachts mijn bed uit te gaan om een flesje klaar te maken, dus ook een beetje gemakzucht. Het grootste voordeel ik had altijd voeding bij me, nadeel had ik geen kind bij me dan zat ik met die voeding. Al met al spookte het de laatste tijd in mijn hoofd, na de zoveelste keer dat Julie me had gebeten, dat ik het wel welletjes vond. Echter alle merken flesvoedingen geprobeerd Julie wil er niks van weten, dan toch maar even doorbijten, want het is toch het beste….

Zo is er zo’n zelfde soort verhaal te schrijven over de avondprakjes van Julie. Ik ben echt een drama vrouw in de keuken. Zodra het woord koken valt vlucht ik weg of roep ik: “ik laat Powa uit, kook jij dan?” Het was dan ook heel wat toen ik stuntelend het eerste prakje van Julie stond te maken, want vers was toch het beste en daarbij had de vader van Julie gezegd dat hij zijn dochter zo snel mogelijk wilde leren met de pot mee te eten en daar hoorde de chemische potjes volgens hem niet bij, want dat was troep. Inmiddels heb ik echt plezier gekregen in het koken. Wederom ook weer omdat Julie zo ontzettend geniet van mijn kookkunsten. Echt alles gaat er met gemak in. Toch had ik voor het geval dat een paar potjes met een avondprakje erin in huis gehaald. Misschien kon ik die wel gebruiken als ik de deur uitging. Zo had ik er dus laatst 1 nodig, althans nodig? Ik was de deur uit geweest en had een potje bij me. Ik had het voor niks meegenomen, want ik was nog net op tijd thuis. Julie zat al te wrijven in haar ogen, moe. Dat betekende dat ik haast moest maken met het prakje. Vragend keek ik de vader van Julie aan: “mag ik het potje geven, die hoef ik alleen maar in de flessenverwarmer te zetten, zo klaar. Dat dacht ik tenminste, want het was helemaal niet zo klaar. Terwijl ik door het potje roerde nam ik zelf een hapje om het te proeven; allereerst te koud, maar wat was dat vies. De vader van Julie nam ook een hapje en trok een heel vies gezicht. Meteen ging hij een prakje van verse goente maken. Toch wilde ik het proberen, andere baby’s eten het immers toch ook. Nou mevrouw weet wat ze wil nam geen hap van haar prakje uit het potje. Bij alles wat er in haar mond kwam trok ze een heel vies gezicht en spuugde meteen alles er weer uit. Groot gelijk gaf ik haar. Gelukkig was haar verse prakje zo klaar en dat at ze met alle plezier helemaal op. Geen potjes dus voor mijn dochter. Julie geeft zelf wel aan wat het beste voor haar is!